Zaterdagochtend werden we gelukkig wakker met een zonnetje. Uiteraard ook weer met de vrolijke muziek aan, want Chinezen willen ’s ochtends lekker ochtendgymnastiek doen. In het hostel, maar ook als je de straat op gaat, op de pleintjes; overal doet men alleen of in groepen aan vrolijke ochtendgymnastiek!
Wij liepen snel door naar het bakkertje voor een lekker ontbijtje. Daarna pakten we de bus naar de Yungang grotten, ongeveer 30 minuten buiten Datong. Het is erg toeristisch en je moet dan ook een flink bedrag betalen om binnen te komen. Eenmaal binnen zie je zo’n 252 (eigenlijk zo’n 45 grote en daarboven dan nog heel vele kleine) grotten en 51.000 standbeelden. De meeste beelden zijn door de jaren heen erg aangetast, maar een aantal beelden ziet er nog erg goed uit, daar zitten zelfs de kleuren er nog op; een mooi gezicht. Uiteraard heb naast de grotten ook nog wat tempeltjes en parkjes.
In de middag namen we de bus terug naar Datong en op aanraden van de hostess van het hostel gingen we naar een Noodle-restaurant. Volgens haar stond Datong bekent om zijn noedels. Gelukkig had het restaurant wat plaatjes en met wat wijzen en gebaren stonden er even later twee menuutjes op tafel. Allebei een andere kom met noedels en daarnaast nog wat groenten, gehaktbal, tofu en ei. De noedels hier in Datong zijn erg breed, het lijkt meer op tagliatelle. Op zich best lekker, maar we hebben hier wel beter gegeten. Mars is sowieso niet echt fan van noedels.
Morgen is het alweer de laatste dag in Datong. ’s Ochtends gaan we nog even naar het Scherm van de Negen Draken en een museum. ’s Middags pakken we de trein naar Pingyao en daar komen we rond middernacht aan. We blijven 3 nachten/dagen in Pingyao en nemen dan de trein naar Xi’an.