Vandaag was onze laatste dag in Azië (de internationale luchthaven van Singapore niet meegerekend). Wat doe je op zo’n laatste dag? Nog even shoppen en een boodschappenlijstje afwerken met aankopen die waarschijnlijk veel duurder zijn in Oceanië. Zo kwam het dat we vandaag 3 grote winkelcentra hebben bezocht. Vooral Chris is goed geslaagd! Daarna ging hij ook nog even langs de kapper om de nieuwe look helemaal af te maken. & Voordat we dan echt Myanmar uit zijn, wou Chris nog de veelgebruikte Betel Quid proberen. Betel Quid is de Birmese variant van pruimtabak. Men pakt het blad van de Piper Betle plant en strooit hier arecanoot en een beetje tabak op, daarna plakken ze de boel dicht met een witte vloeistof. Dit pakketje stop je in je mond en kauwen maar. Eenmaal bij de verkoopster aangekomen vroeg Chris om één Betel Quid. Omdat ze het wel grappig vond om een toerist aan haar kraampje te zien gaf ze ons de Betel Quid gratis; kijk, daar houden wij Nederlanders van. Nadat een andere klant het voor deed, stopte Chris het pakketje in zijn mond en kauwen maar. Nee, het was niet zo vies als hij had verwacht, het was best wel kruidig. Maar of hij het vaker zou doen? Nee, het spul blijft overal tussen je tanden zitten en dat constante spugen is nou niet echt charmant. Morgen vliegen we naar Sydney! Zie vluchtgegevens. Vluchtgegevens Maatschappij: TigerAir Vluchtnummer: TR2823 Vertrek: 9.45 Yangon Aankomst: 14:15 Singapore Vluchtnummer 2: TZ2 Vertrek: 01:45 Singapore Aankomst 12:35 Sydney | |
3 Comments
Over een paar dagen begint officieel het “hete seizoen” en de reisboeken raden af om in deze periode naar Myanmar te gaan. Wij begrijpen wel waarom, pfoeee.. Vandaag dus maar weer mooi een scooter gehuurd en met de wind in de haren op pad! Wat is de beste plek om even af te koelen? Het strand! Al ligt dit wel zo’n 60 km van Pathein af, wij besloten er heen te reizen. Het was een flinke reis door enorme bergen en dalen, maar gelukkig was het uitzicht weer top. Tegen 11 uur kwamen we aan bij Chaung Ta Beach. Hier ploften we neer in een stoeltje onder de parasol en namen heerlijk verfrissende drankjes terwijl we eens goed rondkeken. Wederom geen blanke toerist gezien, wel hele families die volledig gekleed in de zee zwemmen; een bijzonder gezicht. Tegen half 1 besloten we in het stadje wat te gaan lunchen en daarna gingen we op zoek naar Ngwe Saung Beach, zodat we een andere route terug konden nemen. Op de kaart liggen deze stranden slechts zo’n 15 km van elkaar af en we dachten er dus ook nog wel op tijd te zijn voor een verfrissende duik in het water. Dit bleek een beetje anders te gaan.. Om in Ngwe Saung te komen moesten we viermaal met een soort houten vlot of een bootje de rivier oversteken, met meer mensen tegelijk dan je voor mogelijk houdt. Uiteraard lopen deze diensten niet op een afgesproken tijd en zo stonden we soms dan ook midden op een strand met nog twee andere Birmezen luid te toeteren met onze scooters zodat de bootman ons kwam ophalen! Op wonderbaarlijke wijze vonden we al deze bootjes op de meest bizarre plekken en kwamen uiteindelijk tegen 5 uur aan op het strand. Omdat het al redelijk laat was en we niet in het donker terug wilden rijden lieten we de verfrissende duik zitten en besloten we na een korte stop terug te reizen naar Pathein. Straatverlichting kent men hier nog niet, maar kuilen in de weg des te meer. Terwijl de zon onder ging sjeesden we weer door de bergen terug en net voordat de zon helemaal onder was reden we Pathein binnen. Na weer een lange treinreis, een busrit en drie taxi’s kwamen we uitgeput aan bij ons hotel in Pathein. Omdat Pathein niet zo toeristisch is konden we geen hotel boeken via onze gebruikelijke site, maar hadden we dit via Facebook gedaan. Eenmaal aangekomen bleek dit fantastisch te werken en werden we opgewacht door 8 mensen die meteen onze tassen uit de taxi haalden en naar de kamer brachten. De kamer was simpel maar schoon, de gedeelde faciliteiten zijn hurktoiletten en koude douches en het ontbijt ’s ochtends bestond uit nasi en wat fruit na. Niet de gebruikelijke westerse gemakken dus.
Na een wandeling door de stad begrepen we dat we off the beaten path waren. Geen blanke toerist te zien, geen hamburgers of patatjes en zelfs geen ge-airconditionede restaurantjes. Wat je hier wel hebt zijn mensen die je (lachend) aanstaren en voor het eerst zien we ook islamitische Birmezen (en een moskee). Nadat we nog even langs het water liepen, gingen we weer terug naar het hotel. Toen ’s Avonds de zon onder ging, liepen we naar een restaurantje waar we een traditionele curry bestelden; voor de eerste keer in Myanmar was deze echt pittig! Om exact 4:45 ging de wekker af. En moeizaam rolden we uit bed. We vragen ons nogmaals af waarom we in godsnaam zo vroeg moeten opstaan. Oja, we gaan de iconische zonsopgang van Bagan bewonderen, tijd om op te schieten. Niet veel later zitten we op de elektrische scooter en schieten we door de duisternis (straatverlichting is nog niet helemaal doorgedrongen in dit gebied). Van een onverlichte verharde weg sloegen we in een onverlichte zandweg om uiteindelijk bij het tempeltje uit te komen dat we gisteren hadden uitgezocht. Dit tempeltje zou rustig zijn, een prachtig uitzicht hebben over de andere tempels en vanaf hier zou je ook de luchtballonnen moeten zien langs vliegen. De laatste twee klopten, de eerste niet. Toen we aankwamen waren er nog maar twee andere toeristen en konden we een goed plekje uitzoeken. Maar hoe dichter we bij zonsopgang kwamen, hoe drukker het werd. Gelukkig hadden we al een mooi plekje bemachtigd! Tegen kwart over 6 kwam de zon op en konden we van het prachtige spektakel genieten. Het werd nog mooier toen de luchtballonnen langs kwamen. Zo’n 100 foto’s later was de zon op en gingen we terug naar het hotel voor ontbijt. Na het ontbijt deden we hetzelfde als gisteren. Tempels bekijken, foto’s maken, een siësta op het heetst van de dag en de zonsondergang bekijken. Voor de zonsondergang hadden we en rustig en afgelegen tempeltje uitgezocht. Toen we bij het gebouw aankwamen was er nog niemand (een goed teken!). Omdat we een klein beetje honger hadden besloten we even op en neer naar het restaurantje te rijden om wat guacamole met papadums te halen. Terug bij de tempel was er nog een koppel aangekomen. Oké, hier kunnen we nog wel mee leven. Helaas waren zij niet de laatste. Even later kwamen er nog twee toergroepen bij! Aargh.. Daarnaast wast het zo bewolkt dat de zonsondergang niks voorstelde. We gingen er dus al snel weer vandoor, op zoek naar een lekker restaurantje! Bagan, ook bekend als Pagan, heeft zo’n 3000 tempels verdeeld over 40km² en het is dan ook de grootste verzameling boeddhistische tempels, ruïnes en stoepas ter wereld. Om zo’n groot gebied te verkennen is er maar één manier om goed te beginnen; een goed ontbijt (het liefst in een prachtige setting zoals de tuin van het hotel). Na het ontbijt stond onze elektrische scooter (E-bike) voor ons klaar en konden we richting de tempels, of eigenlijk, de tempels die wij wilden zien. Je kunt begrijpen dat het onmogelijk is om duizenden tempels te bekijken in maar 2 dagen. Onze eerste stop was Old-Bagan, met z’n vele (grote) tempels. Terwijl we bij één van deze tempels liepen hoorden we ineens hello! en kwam er een vrouw naar ons toegelopen. Het duurde een seconde voordat we door hadden wie het was; de taxichauffeur uit Mandalay. Dit gebied is naast toeristisch trekpleister ook een bedevaartsoort voor boeddhisten. Na een praatje en een groepsfoto was het tijd voor de lunch. We reden naar een klein restaurantje dat hoog stond aangeschreven op TripAdvisor. Nu weten we ook waarom. Niet alleen was het eten lekker en veel (we kregen allebei ons bord niet leeg), ook kreeg Mars nog een armband dat typisch iets uit het dorp is. Erg lief! Hierna was het tijd voor onze siësta, net zoals in Mandalay word het hier ook zo’n 38 graden, dus tijd voor een dutje. Toen het in de namiddag iets was afgekoeld sprongen we weer op de scooter om een ander gebied (New Bagan) te verkennen. Tegen zonsondergang reden we richting een grote tempel. Deze staat bekend om zijn spectaculaire zonsondergang. We waren niet de enigen met dit idee want tegen de tijd dat de zon onder ging zaten we met zo’n 100 mensen op de tempel. Toen de zon helemaal onder was reden we richting een restaurantje waar we een heerlijke maaltijd hadden en de beste guacamole met papadums! Iets dat we in tijden niet hadden gegeten; het was heerlijk. Eenmaal terug in het hotel lazen we op Nu.nl dat we één van de laatste toeristen zijn die hier de zonsondergang nog mogen bezichtigen.. De enorme hitte in Mandalay maakt het lastig om wat actiefs nog te waarderen. We deden het vandaag dan ook rustig aan. Na het uitchecken aten we wat broodjes bij de bakker en toen gingen we weer naar het hippe koffiezaakje. Hier bleven we de hele middag zitten en regelden weer wat dingetjes op het trage internet. ’s Avonds aten we een hapje bij het restaurantje om de hoek en tegen 8 uur vertrokken we richting het treinstation.
De trein had uiteraard vertraging, maar we werden vergezeld door wat Birmezen en probeerden wat lokale snoepjes, voordat de trein om 11 uur dan eindelijk arriveerde. Eenmaal in de trein zagen we waarom de kaartjes wel erg goedkoop waren (€ 1,40 pp). De trein had deze keer geen brede verstelbare stoelen, maar krappe rechte bankjes waar wij ons de komende 10 uur in moesten proppen. Nou goed, we hebben het overleefd en eenmaal aangekomen in Bagan kochten we meteen de volgende treinkaartjes (deze keer goed gecheckt dat we echte bedden krijgen!). Daarna bracht de taxi ons naar het hotel. Helaas konden we deze keer niet zo vroeg inchecken, noch kregen we een ontbijtje aangeboden, maar een paar uur later konden we dan eindelijk een lekkere warme douche nemen en een beetje bijslapen. Vandaag was het weer tijd voor ons favoriete transportmiddel in Zuidoost-Azië; de scooter. Je kan met een scooter lekker zelf bepalen wanneer je waarheen gaat & in drukkere steden is het ook nog de snelste manier van transport. Afijn, na een vroeg ontbijt reden we richting onze eerste bezienswaardigheid van de dag; de langste teakhoutenbrug ter wereld. Deze brug is zo’n 1,2 km lang en wordt door locals gebruikt om van de ene kant van het meer naar de andere kant te wandelen (scooters en fietsen zijn verboden op de brug). Omdat we tegen half 8 al bij de brug waren, waren we de hordes bussen met toeristen voor en konden we rustig wat foto’s nemen en over de brug lopen. Tegen 8 uur begon het al wat drukker te worden en scooterden we snel door richting Inwa. Dit kleine dorpje staat bekend om de vele tempels en het landelijke gevoel. Wij bezochten een tempel helemaal gemaakt van hout, een oud klooster en een uitkijktoren. Niet de meest bijzondere gebouwen die wij vandaag zouden zien, maar het landschap waar we doorheen reden was echt prachtig. Omdat het na al dit bezienswaardigheidsgeweld alweer lunchtijd was en het aardig warm begon te worden, reden wij via een stop bij een bakkertje terug naar het hotel voor een siësta. Dat het al aardig warm begon te worden is in dit geval een understatement, het wordt hier namelijk elke dag bijna 40 graden! Na de siësta was het tijd voor poging twee om de tempels te zien die we gisteren niet konden vinden. De eerste was (weer) een volledig houten tempel. Deze was veel mooier dan de tempel die we vanmorgen zagen met veel meer details en beelden. Hierna gingen we door naar het grootste “boek” ter wereld. Dit tempelcomplex bestaat uit 729 minitempels die elk een steen hebben met een stuk Boeddhistische tekst erop. Het schijnt meerdere jaren te kosten om alle teksten te lezen, logisch want ik ken het taaltje niet lezen (oké, sorry, dat was een slechte grap, snel door). De tempel die we hierna bezochten had meer van dit soort minitempels met teksten er in en hier bleven we dan ook niet zo heel lang. Onze laatste tempel en bezienswaardigheid van de dag staat op Mandalay Hill. Of zoals wij het vanaf nu noemen verborgen kosten heuvel. Eenmaal bij de tempel aangekomen hadden we 3 mensen betaald; één voor het gebruiken van de weg, één voor het parkeren en één om de tempel in te mogen. Het waren geen grote bedragen (in totaal €2,-), maar dit hadden ze ook onderaan de berg neer mogen zetten. Goed, eenmaal bij de tempel had je wel een mooi uitzicht over de stad! Nadat we de tempel hadden bekeken en van het uitzicht hadden genoten, was het tijd om een hapje te eten. Op naar Area 36. Nee hier vind je geen aliens (dat is area 51), maar wel weer lekkere BBQ. Van de BBQ aten we mais, varken op stok, verschillende groenten en kregen we ook een soepje vooraf. Heerlijk. Met een volle buik gingen we dan ook weer terug naar het hotel om een dikke laag viezigheid, ja dat hoort ook bij scooteren in Azië, van ons af te wassen en de 180 foto’s die we vandaag hadden gemaakt uit te zoeken. Vanochtend hadden we op de mobiel/ offline map de belangrijkste bezienswaardigheden van Mandalay gezet en na het ontbijt was het tijd om deze te gaan bezoeken. We kochten eerst nog even de treinkaartjes naar de volgende bestemming en wandelden toen naar bezienswaardigheid 1. Eenmaal aangekomen op bestemming bleek er niets te zitten.. Hmm, dan maar naar bezienswaardigheid 2. Weer een kilometertje wandelen, he verdorie, daar bleek ook niets te zitten.. Aan het eind van de ochtend hadden we inmiddels al de halve stad gezien, maar nog steeds geen bezienswaardigheden. Uitgedroogd wandelden we een restaurantje in voor een grote fles water en een lekkere lunch (Chris kon natuurlijk wel een hamburger gebruiken). Schijnbaar klopte onze kaart niet en we besloten voor de middag dan maar naar het koninklijk paleis te gaan. Dit paleis staat op een gebied van zo’n 5 km², omgeven door een enorme gracht, en is dus niet te missen ;)! Helaas viel het paleis een beetje tegen, het is herbouwd maar niet onderhouden. Ook zijn er maar weinig unieke spullen (lees: potten, houtwerk, stoelen etc.) te vinden. Daarnaast is een groot deel van het gebied waarop het paleis staat restricted. Agja, na een beetje rondgelopen te hebben gingen we weer terug richting het hotel. Morgen met de scooter op pad! We hadden al het één en ander gelezen over de “horror-bussen” van Myanmar en waren dan ook positief verrast toen onze bus van de JJ-Express aan kwam rijden. Een enorm grote, moderne en luxe bus met alles erop en eraan; zo hebben we nog niet eerder gereisd! De stoelen waren zo breed dat er slechts 3 i.p.v. 4 stoelen per rij pasten, en je kon ze ook in alle standen (inclusief beenondersteuning) zetten. We kregen nog een flesje water, een gratis maaltijd en een lekker dekentje. Oh ja, en mocht je nog niet willen slapen dan zit er in de stoel voor je een schermpje vol met entertainment naar keuze… Jaaa, erg luxe allemaal. Helaas zat er volgens Mars wel de “bekende wagenziekte-geur” in de bus. In combinatie met de hobbelige wegen werd ze dan ook al snel misselijk. Chris had nergens last van en zat lekker naar de “Hitchhicker’s Guide to the Galaxy” te kijken. We waren erg verrast toen om half 4 het personeel ons wakker kwam maken met de mededeling “bus stop”. Half slapend stapte Mars dan ook de bus uit op zoek naar het toilet, toen ze werd overspoeld door een zee aan taxichauffeurs. “Mam, where do you wanna go? Mam? Mam?...” Hmm, we waren al in Mandalay! Even later stonden we bij het hotel op de stoep, iets eerder dan de gebruikelijke inchecktijd, haha! Zodra wij het hotel binnen liepen stonden 4 jongens klaar om ons te helpen. Naja klaar, ze moesten nog wel even de slaap uit de ogen wrijven. Gelukkig mochten we al meteen inchecken, een dikke plus voor hotel G-seven. Eén van de jongens droeg zelfs allebei onze zware rugzakken naar boven (een heel komisch gezicht). De kamer bleek een stukje ruimer en luxer dan verwacht. Zo zagen we heerlijk grote bedden, een gezellig zitje, een leuk uitzicht, een goed gevulde mini-bar, een berg aan toiletartikelen en…. een bad! Mars liet er geen gras over groeien en liet het bad meteen vol lopen. Om 5 uur ’s ochtends deden we dan nogmaals onze oogjes dicht. Toen we een paar uur later wakker werden liepen we de stad in en dronken een heerlijk kopje koffie bij een hip cafeetje. Hier lagen ook Engelstalige magazines waarin we alles konden lezen over de laatste ontwikkelingen en politiek in Myanmar. Genoeg om ons een paar uur te boeien, liepen we pas aan het eind van de middag weer het cafeetje uit. We liepen nog even door een winkelcentrumpje, haalden wat boodschapjes en een broek voor Chris & ’s avonds gingen we lekker barbecueën. Na het ontbijt stapten we weer op de fiets richting het Inle meer. Ook aan de oostkant fietsten we door en langs dorpjes (op palen), zagen we veel tempels, waren mensen aan het werk in het veld & deze keer zagen we ook prachtige zonnebloemvelden! Tegen het einde van de middag fietsten we naar de enige wijngaard van Myanmar, waar we een wijnproeverij deden. We proefden een Sauvignon Blanc, een Muscat Dry, een Shiraz en de Late Harvest. De eerste drie wijntjes smaakten niet heel bijzonder, maar de semi-zoete Late Harvest vonden we allebei erg lekker. Dus onder het genot van een gekoelde fles genoten we van het prachtige uitzicht en zagen we de zon langzaam achter de bergen verdwijnen. ’s Avonds aten we weer een hapje in het stadje. Of nouja, een hapje… We kozen voor het huismenu van €3,- pp en voordat we het wisten stond de hele tafel vol! Lekker smullen, mmm. |