Toen we in het guesthouse vroegen hoe we het beste naar Ganzi konden reizen werd ons verteld dat er dagelijks rond 9 uur een bus langs komt. Vanochtend stonden we dan ook al mooi op tijd klaar langs de (enige) hoofdweg van Tagong om elke bus die langs komt rijden aan te houden. Ondertussen kwamen er al wat mensen langs om ons een rit aan te bieden in de minibusjes, maar nee zeiden we, we wachten op de grote bus. Als de bus vol zit mogen ze het nog een keer proberen. Gelukkig kwam inderdaad tegen 9 uur de bus naar Ganzi aanrijden en was er nog een plekje voor ons vrij.
Tegen 3 uur kwamen we aan in Ganzi, wat eerder dan verwacht en we besloten meteen door te reizen naar het Darjay klooster wat 30 km buiten de stad ligt. Toen we de bus terminal uitliepen werden we bestormd door mensen die ons ritjes wilden aanbieden: “Dege?, Manigango?, Shiqu?, Yushu?, Baiyu?, Seda?”. Nee, daar moeten we allemaal niet heen. Na veel overleg en gebaren kwamen we uit bij een taxichauffeur die waarschijnlijk wel wist waar we heen moesten. Nog even onderhandelen over de prijs met zo’n 10 mensen die allemaal mee-riepen en uiteindelijk konden we gaan.
De beste chauffeur wist inderdaad wel waar we heen wilden en zette ons netjes af bij het gastenverblijf van het klooster. Hier werden we verwelkomd door een vriendelijke monnik die ons meenam naar binnen. Nadat we onze tassen hadden gedropt kregen we een lekker kopje thee aangeboden en konden we kennis maken in een paar woorden engels. Daarna klommen we het dak op en vertelde de monnik wat over de omgeving; verderop lag nog een stadje, een klooster voor nonnen en de andere kant op een hotspring; daar konden we na het eten wel samen heenlopen om ons te wassen.
Tegen 6 uur liepen we weer naar het verblijf van de monniken voor het avondeten. Ze hadden noedels met groenten voor ons bereid; dit smaakte ons goed. Mars haar noedels gleden telkens van het stokje af, toen de monnik een ander paar (houten) stokjes aanreikte, lukte het dan toch om onder toeziend oog de noedels op te eten. Na het eten kregen we weer een kopje thee dat non stop werd bijgevuld, totdat we aangaven dat we toch maar onze kamer gingen opzoeken.
Toen we onze bedden eenmaal hadden opgemaakt gaf Chris aan dat hij zich helemaal niet lekker voelde en al stiekem een Ibuprofen had geslikt. De rest van de avond besloten we dus maar rustig aan te doen. Toen de monnik even later aanklopte en Chris al onder de dekens zag liggen besloot hij ons verder ook maar met rust te laten. De zon ging langzaam onder en tegen een uurtje of 8 was het helemaal donker.
Tegen 3 uur kwamen we aan in Ganzi, wat eerder dan verwacht en we besloten meteen door te reizen naar het Darjay klooster wat 30 km buiten de stad ligt. Toen we de bus terminal uitliepen werden we bestormd door mensen die ons ritjes wilden aanbieden: “Dege?, Manigango?, Shiqu?, Yushu?, Baiyu?, Seda?”. Nee, daar moeten we allemaal niet heen. Na veel overleg en gebaren kwamen we uit bij een taxichauffeur die waarschijnlijk wel wist waar we heen moesten. Nog even onderhandelen over de prijs met zo’n 10 mensen die allemaal mee-riepen en uiteindelijk konden we gaan.
De beste chauffeur wist inderdaad wel waar we heen wilden en zette ons netjes af bij het gastenverblijf van het klooster. Hier werden we verwelkomd door een vriendelijke monnik die ons meenam naar binnen. Nadat we onze tassen hadden gedropt kregen we een lekker kopje thee aangeboden en konden we kennis maken in een paar woorden engels. Daarna klommen we het dak op en vertelde de monnik wat over de omgeving; verderop lag nog een stadje, een klooster voor nonnen en de andere kant op een hotspring; daar konden we na het eten wel samen heenlopen om ons te wassen.
Tegen 6 uur liepen we weer naar het verblijf van de monniken voor het avondeten. Ze hadden noedels met groenten voor ons bereid; dit smaakte ons goed. Mars haar noedels gleden telkens van het stokje af, toen de monnik een ander paar (houten) stokjes aanreikte, lukte het dan toch om onder toeziend oog de noedels op te eten. Na het eten kregen we weer een kopje thee dat non stop werd bijgevuld, totdat we aangaven dat we toch maar onze kamer gingen opzoeken.
Toen we onze bedden eenmaal hadden opgemaakt gaf Chris aan dat hij zich helemaal niet lekker voelde en al stiekem een Ibuprofen had geslikt. De rest van de avond besloten we dus maar rustig aan te doen. Toen de monnik even later aanklopte en Chris al onder de dekens zag liggen besloot hij ons verder ook maar met rust te laten. De zon ging langzaam onder en tegen een uurtje of 8 was het helemaal donker.