Vandaag ging de wekker om 7 uur. De bus die ons naar DeGe zou brengen zou namelijk tussen 8 en 10 langsrijden. Na ons ontbijt (rijst met wat groente, wat een heerlijke afwisseling was) liepen we met onze backpacks naar de hoofdweg. We wisten op dat moment niet wat een beproeving de dag zou zijn.
Het eerste probleem was dat de bus niet kwam opdagen. Niet om 8 uur, niet om 9 uur, niet om 10 uur, (inmiddels waren de locals al weer terug naar huis gekeerd) en niet om 11 uur. Inmiddels was de chauffeur die ons naar de Darjay Gompa had gebracht al 3 keer langsgereden en toen hij om half 12 voor de vierde keer kwam langsrijden besloten we maar mee terug naar Ganzi te rijden.
Omdat de chauffeur al had begrepen dat we naar DeGe wilden begon hij, eenmaal onderweg, druk met bellen naar collega chauffeurs die wel die kant op gingen. Hij kon de rit regelen voor ¥300 (€42). Te veel vonden we en we zouden wel zien als we in Ganzi aankwamen.
Eenmaal in Ganzi, hielp de chauffeur ons een handje door uit het raam DeGe, DeGe te roepen. Al snel kwamen een aantal andere chauffeurs onze kant op en wisten we voor ¥200 een reis naar DeGe te regelen. We zouden wel pas om 14:00u. vertrekken (een kleine 2 uur later). Geen punt, wij konden dan even door de stad lopen en lunchen terwijl onze backpacks in de chauffeur z’n auto lagen.
Ook dit ging niet helemaal volgens plan. Zo vertrokken we niet om 2 uur, maar drie kwartier later. Dit kwam omdat we op andere mensen moesten wachten, er een auto en chauffeur wissel plaatsvond (dit gebeurd vaker dan je denkt bij mini-vans, je sluit een deal met één en rijd weg in de mini-van van een ander) en er een discussie was over wie waar ging zitten (op een hobbelige weg cruciaal).
Daarnaast maakten we nog een onverwachte stop. Drie mensen die waren ingestapt (een Deen, een Noor en een Chinese guide) hadden namelijk met de chauffeur afgesproken ergens te stoppen voor sightseeing (waarschijnlijk hadden deze toeristen zo veel betaald dat wij de goedkope deal kregen). Zo gebeurde het dus dat wij om 16.15u. ineens stopten bij het XinLuHai alpine-meer op 4040 meter hoogte. Gelukkig was het uitzicht prachtig. Een schril contrast met het ongemak dat niet veel later volgde.
Vlak na het alpine-meer zit de Chola Mountain (6168 meter hoog). Hoewel ze momenteel druk zijn met een tunnel door deze enorme berg heen te boren, moesten wij er gewoon met de auto overheen; de Chola Pass op 5050 meter, waarvan het grootste deel over een onverharde weg. De Noorse vrouw die naast Mars zat raakte ook nog eens bij elke bochtje en inhaalmanoeuvre in paniek. Nu we zelf wel gewend zijn aan deze rijstijl en verbazend rustig (soms zelf slapend) door het landschap reizen, begon ons lichaam nu ook wel last te krijgen.
Het rondgestuiter is één ding, maar vooral het zuurstoftekort begon nare vormen aan te nemen. Zo kregen we allebei last van een flinke koppijn, maar had Mars ook nog last van tintelende handen en verlies van gevoel in haar arm en deel van haar kaak en tong. Gelukkig blijf je niet lang op 5050 meter hoogte en gaan de symptomen van hoogteziekte vanzelf weer voorbij zodra je afdaalt. Eenmaal aangekomen in DeGe voelden we ons dan ook al langzaam weer beter.
Om toch op een positieve noot af te sluiten. We zitten nu in een hotel waar we voor ¥80 (€11) een driepersoonskamer voor ons tweeën hebben met heerlijke warme bedden en ook het avondeten smaakte goed.
Het eerste probleem was dat de bus niet kwam opdagen. Niet om 8 uur, niet om 9 uur, niet om 10 uur, (inmiddels waren de locals al weer terug naar huis gekeerd) en niet om 11 uur. Inmiddels was de chauffeur die ons naar de Darjay Gompa had gebracht al 3 keer langsgereden en toen hij om half 12 voor de vierde keer kwam langsrijden besloten we maar mee terug naar Ganzi te rijden.
Omdat de chauffeur al had begrepen dat we naar DeGe wilden begon hij, eenmaal onderweg, druk met bellen naar collega chauffeurs die wel die kant op gingen. Hij kon de rit regelen voor ¥300 (€42). Te veel vonden we en we zouden wel zien als we in Ganzi aankwamen.
Eenmaal in Ganzi, hielp de chauffeur ons een handje door uit het raam DeGe, DeGe te roepen. Al snel kwamen een aantal andere chauffeurs onze kant op en wisten we voor ¥200 een reis naar DeGe te regelen. We zouden wel pas om 14:00u. vertrekken (een kleine 2 uur later). Geen punt, wij konden dan even door de stad lopen en lunchen terwijl onze backpacks in de chauffeur z’n auto lagen.
Ook dit ging niet helemaal volgens plan. Zo vertrokken we niet om 2 uur, maar drie kwartier later. Dit kwam omdat we op andere mensen moesten wachten, er een auto en chauffeur wissel plaatsvond (dit gebeurd vaker dan je denkt bij mini-vans, je sluit een deal met één en rijd weg in de mini-van van een ander) en er een discussie was over wie waar ging zitten (op een hobbelige weg cruciaal).
Daarnaast maakten we nog een onverwachte stop. Drie mensen die waren ingestapt (een Deen, een Noor en een Chinese guide) hadden namelijk met de chauffeur afgesproken ergens te stoppen voor sightseeing (waarschijnlijk hadden deze toeristen zo veel betaald dat wij de goedkope deal kregen). Zo gebeurde het dus dat wij om 16.15u. ineens stopten bij het XinLuHai alpine-meer op 4040 meter hoogte. Gelukkig was het uitzicht prachtig. Een schril contrast met het ongemak dat niet veel later volgde.
Vlak na het alpine-meer zit de Chola Mountain (6168 meter hoog). Hoewel ze momenteel druk zijn met een tunnel door deze enorme berg heen te boren, moesten wij er gewoon met de auto overheen; de Chola Pass op 5050 meter, waarvan het grootste deel over een onverharde weg. De Noorse vrouw die naast Mars zat raakte ook nog eens bij elke bochtje en inhaalmanoeuvre in paniek. Nu we zelf wel gewend zijn aan deze rijstijl en verbazend rustig (soms zelf slapend) door het landschap reizen, begon ons lichaam nu ook wel last te krijgen.
Het rondgestuiter is één ding, maar vooral het zuurstoftekort begon nare vormen aan te nemen. Zo kregen we allebei last van een flinke koppijn, maar had Mars ook nog last van tintelende handen en verlies van gevoel in haar arm en deel van haar kaak en tong. Gelukkig blijf je niet lang op 5050 meter hoogte en gaan de symptomen van hoogteziekte vanzelf weer voorbij zodra je afdaalt. Eenmaal aangekomen in DeGe voelden we ons dan ook al langzaam weer beter.
Om toch op een positieve noot af te sluiten. We zitten nu in een hotel waar we voor ¥80 (€11) een driepersoonskamer voor ons tweeën hebben met heerlijke warme bedden en ook het avondeten smaakte goed.