Na een mistige ochtend en een snel ontbijt in de auto reden we richting de Rob Roy Glacier Track. Deze track was ons aangeraden door Yiri (en de LP) en zou heel erg geschikt zijn voor een picknick.
We reden dus eerst nog even langs de supermarkt voordat we richting het begin van de track gingen. Dit “begin” was al een heel avontuur. We moesten namelijk kilometers rijden over onverharde wegen, langs boerderijen, koeien en schapen ontwijkend en door kleine riviertjes heen (blij dat we de auto verzekerd hebben).
Toen we een plekje hadden gevonden voor onze auto (het stond al aardig vol) begonnen we vol goede moed aan onze eerste echte wandeling in lange tijd. De track was de eerste kilometer nog vlak en toen begon de echte klim. Deze wandeling staat aangemerkt als gemiddeld/zwaar en dat merkten we. Er zaten erg steile stukken tussen, stukken waar het pad smal, modderig en glad was en stukken waar borden stonden dat er stenen naar beneden konden vallen.
Na anderhalf uur klimmen kwamen we boven aan en wat was het mooi. De blauwe gletsjer met vele kleine watervallen waar je tegenover kan picknicken; erg uniek en leuk. Nadat we onze buiken hadden gevuld en al het natuurschoon in ons op hadden genomen liepen we weer naar beneden; wat een stukje sneller ging dan omhoog :).
Eenmaal bij de auto reden we naar hotel Lindis Pass; een gratis camping (en een ruïne) waar we na het avondeten al vroeg in slaap vielen.
We reden dus eerst nog even langs de supermarkt voordat we richting het begin van de track gingen. Dit “begin” was al een heel avontuur. We moesten namelijk kilometers rijden over onverharde wegen, langs boerderijen, koeien en schapen ontwijkend en door kleine riviertjes heen (blij dat we de auto verzekerd hebben).
Toen we een plekje hadden gevonden voor onze auto (het stond al aardig vol) begonnen we vol goede moed aan onze eerste echte wandeling in lange tijd. De track was de eerste kilometer nog vlak en toen begon de echte klim. Deze wandeling staat aangemerkt als gemiddeld/zwaar en dat merkten we. Er zaten erg steile stukken tussen, stukken waar het pad smal, modderig en glad was en stukken waar borden stonden dat er stenen naar beneden konden vallen.
Na anderhalf uur klimmen kwamen we boven aan en wat was het mooi. De blauwe gletsjer met vele kleine watervallen waar je tegenover kan picknicken; erg uniek en leuk. Nadat we onze buiken hadden gevuld en al het natuurschoon in ons op hadden genomen liepen we weer naar beneden; wat een stukje sneller ging dan omhoog :).
Eenmaal bij de auto reden we naar hotel Lindis Pass; een gratis camping (en een ruïne) waar we na het avondeten al vroeg in slaap vielen.