Na een korte kennismaking met de gids en het overladen van vers voedsel en twee enorme tonnen met water, konden we gaan. Nouja, eerst even opstappen… een hele ervaring. De kamelen gaan met hun poten onder het lichaam op de grond liggen en dan kun je lekker gaan zitten, maar als ze daarna opstaan zit je zo 2 meter hoger. Ze doen eerst hun achterpoten omhoog en dan langzaam gaat voorpoot 1 en uiteindelijk voorpoot 2 ook de lucht in. Je moet je dus goed vasthouden om er niet meteen vanaf geslingerd te worden. Maar toen iedereen eenmaal zat, kon de reis beginnen.
Na 2,5 uur door de woestijn, die nog aardig groen is, gehobbeld te hebben stopten we voor lunch onder een boom. Hier aten we een groente curry met chapati en dronken we Masala Chai. Ook zagen we nu (toen we de zadels van de kamelen afdeden) dat we eigenlijk niet op kamelen, maar op dromedarissen reden. Na de lunch hielden we een korte siësta, om tegen 3 uur, toen de zon wat minder fel was, weer door te hobbelen.
Na weer een uurtje verder gehobbeld te hebben, stopten we kort in een klein dorpje waar we wat verse botermelk kochten. Even later zagen we een prachtig stukje woestijn met de bekende zandduinen; dit was onze plek voor de overnachting.
Ook hier kookte de gids een maaltijd voor ons en dronken we Chai terwijl de zon onder ging. ’s Nachts sliepen we in het miljoen sterren hotel; oftewel in de openlucht. Een absoluut prachtige ervaring. We zagen sterren zoals we nooit eerder hebben gezien en zagen zelfs de Melkweg.
De volgende ochtend werden we wakker door de opkomende zon en hadden daarna een simpel ontbijtje. Toen was het tijd om de kamelen weer te verzamelen (die kunnen vrij rond grazen), nog wat laatste foto’s te maken en weer terug te hobbelen naar onze pick-up.
Nu liggen we met spierpijn op het dakterras van ons Guest House, wachtend op de trein die ons naar Delhi brengt.