Aangekomen bleek dat, net zoals in heel Vietnam, de term homestay niet helemaal is wat het lijkt. Met meerdere kamers in een groot bijgebouw, een overdekt eetgedeelte en een extra hang/ontspan-plek, lijkt het meer op een klein resort dan een homestay; niet dat je ons hoort klagen natuurlijk.
Eenmaal gesetteld en uitgezweet, bleven we lekker in een hangmat liggen tot het heetste deel van de dag voorbij was. Aan het eind van de middag leenden we twee fietsen om het eiland te verkennen. Zoals je van een Delta kunt verwachten, zagen we veel waterweggetjes, uitbundige vegetatie en heel veel fruit langs de weg.
Na het fietsen konden we nog even uitpuffen voordat we een kookles kregen (eerst de handjes wassen natuurlijk). Tijdens de kookles leerden we een papaja salade maken en loempia’s rollen en bakken. Toen kon het feestmaal beginnen.
Ons eerste gerecht was een mais- champignonsoep. Dit werd geserveerd met “thee”; een grap van de eigenaar want het was een shotje palmwijn; branden! Hierna kwamen de door ons gerolde loempia’s en een grote gebakken vis met sla, munt en rijstpapier om zelf te rollen; super lekker (samen met nog een shotje palmwijn). Toen kwam onze papaja salade met stukken kroepoek waar je de salade oplegde, alvorens deze op te eten. Hoewel we dachten dat dit het was, we begonnen aardig vol te raken, kwam er tot onze verassing nog een bord rijst met kip gevolgd door vers fruit. Ja, we zaten stampvol.
Na het eten kwam de eigenaar nog even kletsen en liepen we in het donker door de tuin; op zoek naar vuurvliegjes. Gelukkig hadden we ze snel gevonden! Toen we weer richting onze kamer liepen, ontdekten we een nieuwe kamergenoot: de kikker. Omdat de kamer/ het hutje geen ramen en veel open ruimtes heeft, kregen we de rest van de avond nog veel meer kamergenoten. Gelukkig hadden we een grote klamboe!