Na het ontbijt pakten we onze tassen in en checkten uit bij het hotel. Een wandelingetje van een half uur naar het treinstation en toen zo’n 2,5 uur in de trein. Deze keer hadden we een nieuwer model trein met comfortabele stoelen en een nog mooier uitzicht. We reisden om een enorme berg langs de zee tot aan Da Nang. Hier moesten we overstappen op de bus naar Hoi An.
Zo gezegd, zo gedaan en even later zaten we in de bus. Toen we eenmaal onze tassen hadden neergezet en een plekje hadden, kwam er een “dame” het geld ophalen. We hadden gelezen dat het ritje zo’n 20.000 Dong zou kosten, maar ze vroeg 50.000. Nou zeiden wij, dat kan nooit kloppen.. Ja, 50.000 betalen of de bus uit was het antwoord, ze had de tas van Mars al meegesleept en dreigde deze uit de bus te gooien. Nouja, omdat we toch echt naar Hoi An moesten zijn we uiteindelijk overeengekomen om 40.000 te betalen…
Echter was er nog één ander westers stelletje in de bus die echt niet meer wilden betalen. De “dame” in kwestie ging weer uit haar plaat, waarop het meisje haar begon te filmen met haar mobiel. Toen werd ze nog bozer en uiteindelijk kwam er zelfs een ijzeren staaf tevoorschijn.. Allemaal pure intimidatie natuurlijk en het liep met een sisser af. Maar dit is wel de eerste keer dat we zoiets meemaken. Overal in Vietnam worden belachelijke prijzen gevraagd en nee zeggen is vaak geen optie. Het is de eerste keer in een land dat we ons oncomfortabel voelen door de mensen zelf.
Gelukkig was de rest van de dag weer helemaal goed. Eenmaal aangekomen in Hoi An liepen we naar onze zogenoemde Homestay. Hier werden we vriendelijk ontvangen met een lekker drankje en daarna naar onze kamer gebracht; een van de mooiste kamers die we zover hebben gehad. ’s Avonds gingen we uit eten bij een restaurantje dat ons was aangeraden en het was inderdaad erg lekker eten voor kleine prijsjes. Het (verse) bier kostte zelf maar 0,12 eurocent!